donderdag 29 april 2010

Een andere rijm van de zomer

De zon schijnt door het kozijn op haar gezicht
Het grote zolderraam staat open, en ze zit op de vensterbank
Hij kijkt naar haar, terwijl zijn vingers over de toetsen gaan
De klanken van de lakzwarte vleugel galmen door de enorme zolder
Ze kijkt even naar hem en dan weer naar buiten,
naar het landschap, en de lichtblauwe lucht
Ze zolder is stoffig, in het licht dat door de vele ramen valt,
dwarrelt het stof in het rond
Ze kijkt weer naar hem, maar hij niet meer naar haar
De muziek leidt hem af van haar
En zij, zij valt uit het raam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten